De klacht of het probleem is het startpunt bij het aanleren van een andere manier om met de gebeurtenissen/klachten/emoties om te gaan. Het doel is om de betrokkene een betere kijk op zijn klachten en problemen te geven, alsook op de functie die deze problemen hebben op het individueel en/of het systeemniveau.
Het vaardigheidsrepertoire van de betrokkene wordt vergroot doordat wij zowel de manier van denken en het interpreteren van de betrokkene, als diens manier van doen en laten proberen te beïnvloeden.
Oog hebben voor wat nog goed gaat (positief focussen) kan motivatiebevorderend werken. Om te kunnen of willen problemen aanpakken moet de minderjarige zichzelf de moeite waard vinden en zich competent voelen. Door gepaste positieve boodschappen te geven, kunnen hulpverleners en ouders een bijdrage leveren m.b.t. dit zelfwaarde- en competentiegevoel.
Positieve bekrachtiging, positieve betrokkenheid en probleemoplossing zijn hierbij essentiële vaardigheden om de minderjarige positief en prosociaal gedrag aan te leren en dit te versterken. Dit is dan ook de reden waarom we beloningssystemen belangrijk achten.